Menu Sluiten

inbouwdelen en verlichting

Basisprincipes van inbouwdelen #

Geen enkel zwembad functioneert goed zonder inbouwdelen, zoals een skimmer en een inlaatfitting. We noemen dit inbouwdelen omdat je de onderdelen al tijdens de bouwkundige voorzieningen moet plaatsen of hebben vastgezet in de polystyreen blokken voordat je deze vult met beton. Ook verlichting wordt meestal beschouwd als een inbouwdeel, zodat we deze ook op deze pagina bespreken.

De verschillende inbouwdelen en hun functies:

Skimmer
De skimmer zit aan de bovenzijde van de wand en voert het water (en het vuil) aan de oppervlakte weg. De skimmer wordt ook vaak gebruikt om de slang aan te sluiten voor het stofzuigen van de bodem. In de skimmer zit een mandje om het grove vuil, zoals bladeren, op te vangen voordat het in de pomp schiet.

Inspuiter (inlaatfitting)
De inspuiters brengen het water terug van de filterinstallatie naar het zwembad. Het water wat terugvloeit, is dus gefilterd, gedesinfecteerd en eventueel verwarmd. De inspuiter wordt meestal tegenover de skimmers geplaatst. Je krijgt dan een goede doorstroming en de nozzles zijn richtbaar voor een betere afstemming. De inspuiters zijn onopvallend als de pomp niet aan staat.

Stofzuigeraansluiting
Soms wordt er een aparte aansluiting gemaakt om de slang aan te sluiten van de bodemzuiger. Dit is optioneel aangezien dit ook met een vacuümplaat op de skimmer kan (let op: hierop zijn uitzonderingen, zoals sommige hoogwaterskimmers). De positie is makkelijk bereikbaar voor het aankoppelen.

Lage wandaanzuiging
Lang niet elk zwembad heeft een lage wandaanzuiging. Het is in principe een alternatief voor een bodemput. Door de lage positie wordt er water onttrokken aan de onderzijde van het zwembad. Soms ontstaat hier namelijk een ‘dode hoek’. Door de leidingen naar de pomp afsluitbaar te maken, kan het water ook uit het zwembad worden gepompt. Hoewel de lage wandaanzuiging niet het hele zwembad leegmaakt (dit mag vaak ook niet in verband met het risico van het grondwater dat naar boven komt), is het bijvoorbeeld voor het winterklaar maken erg handig.

Bodemput
Een bodemput is een inbouwdeel wat je in de bodem van het zwembad plaatst. Voordeel van deze positie is dat het water vrijwel geheel leeggepompt kan worden.

Toch hebben bodempotten een paar nadelen: Een bodemput wordt ingestort in de betonvloer van het zwembad. Dit betekent dat je al vroeg rekening moet houden met de juiste positie, de hoogte en het aanbrengen van de leiding. Lekkages in de leiding kan je niet of nauwelijks verhelpen. Als de vloer niet volledig vlak is gestort, is het herstellen en/of ophogen van de vloer zeer bewerkelijk. Daarom ook gaan we niet verder in op het gebruik van een bodemput.

Verlichting
De verlichting is een belangrijk punt van het zwembad. Grofweg zijn er twee verschillende mogelijkheden: halogeenverlichting en led verlichting. Beleving en aanschafprijs lopen hierbij sterk uiteen, al zien we een grote verschuiving naar led aangezien het vermogen toeneemt en de prijs langzaam daalt. Halogeen lampen worden dan ook niet meer aanbevolen.

Automatische niveauregelaar
Een niveauregelaar bepaalt het niveau van het water. Er zijn mechanische en elektronische versies. Soms worden ze op de skimmer geplaatst, of in een aparte buis via de wand. Aangezien hier veel mogelijkheden voor bestaan en meerdere opties mogelijk zijn, gaan we niet verder in op de installatie van automatische niveauregelaars. We verwijzen hiervoor naar de leverancier of installateur.

Onderdelen voor watercirculatie #

Allereerst gaan we dieper in op de onderdelen die essentieel zijn voor de watercirculatie. Deze onderdelen bestaan uit de skimmers en andere aanzuigpunten en de inspuiters.

Hoeveel inbouwdelen heb je nodig?

Bedenk dat 1 skimmer maximaal 10 m3 per uur kan verwerken voor er lucht mee aangezogen wordt. Dit is dus een mooi uitgangspunt, maar het mag ook wat minder. Heb je een pomp van 14 m3/u? Dan zijn 2 skimmers prima.

Per skimmer plaats je bij voorkeur 2 inspuiters. Deze hebben een capaciteit van 5-6 m3/u en dat matcht dus prima. Neem niet te veel inbouwdelen voor de circulatie. De onderdelen hebben namelijk wel een bepaalde flow nodig om te kunnen werken. 4 skimmers op een lichte zwembadpomp gaat dan ook niet werken.

Skimmer voor een zwembad #

De skimmer maakt onderdeel uit van een zwembad indien er geen overloopgoot aanwezig is in het zwembad. Aangezien overloopgoten maar weinig voorkomen, treffen we in vrijwel elk zwembad een skimmer aan (of meerdere).

Het hoofddoel van de skimmer is om het water aan de oppervlakte van het zwembad (waar veel viezigheid zit) af te voeren naar de filterinstallatie. Doordat de positie van de skimmer altijd aan de top van de zwembadwand zit, bepaalt de skimmer ook de uiteindelijke diepte van het zwembad.

Type skimmers #

Er zijn verschillende soorten skimmers verkrijgbaar. Globaal gezien zijn er standaard en brede skimmers, waarbij we voor bouwkundige zwembaden een brede skimmer aanbevelen. De capaciteit van dit type is groter dan een standaard (vierkante opening) model. Het standaard model is meer toepasbaar bij stalen baden met een ronding, aangezien het gedeelte van de opening recht getrokken moet worden en dit dus niet al te groot kan worden.

De standaard kleur is wit, het materiaal vrijwel altijd in ABS. Ook zijn RVS flenzen verkrijgbaar. Je kan de skimmers ook in de kleur van de folie krijgen, maar dit is niet altijd de beste optie. Bij de kleur grijs is dit een mooi geheel, maar bij de kleur blauw valt het vaak tegen. Zeker als de verkleuring in de loop der jaren optreedt.

Hoogwater skimmer

Naast de standaard types is er ook een hoogwater skimmer verkrijgbaar. Hier is de achterzijde verhoogd waardoor er minder snel water uitloopt. Het waterpeil is ongeveer 5 centimeter hoger dan bij een normale skimmer. De opening aan de zwembadzijde is vaak ook wat eleganter, waardoor ze in de loop der jaren steeds populairder worden.

Let op met een lamellenafdekking, aangezien de toegestane variatie in waterhoogte kleiner is. Stem dit goed af met de inbouwhoogte van de as. Met een aangebouwde nis kan het beoogde waterpeil verkeerd uitkomen en kunnen de lamellen mogelijk niet goed door de opening.

Onderdelen en mechanische niveauregelaar

Skimmers worden met allerlei losse onderdelen geleverd:

  • pakkingen en flens om de folie eenvoudig aan de skimmer te bevestigen. Hou deze apart tot het plaatsen van de zwembadfolie.
  • skimmermandje om bladeren en grofvuil al direct op te vangen.
  • Deksel en ophoogringen (optioneel): de deksel geeft toegang van bovenaf en komt soms niet gelijk met het terras. Je kan dan een ophoogring aanschaffen om dit te verbeteren. Soms is de kleur van het deksel ook in afwijkende kleuren leverbaar.

Ga je de onderdelen voor de folie niet gebruiken? Bewaar ze dan goed voor als je in de toekomst alsnog foliebekleding wil toepassen. Je hebt ze dan nodig en zijn eventueel niet meer bij te bestellen. Dit geldt ook voor de onderdelen van de inspuiters en lampen.

Je kan op de skimmer ook een vacuümplaat plaatsen om een slang voor het schoonmaken aan te sluiten. Je hebt dan geen stofzuigeraansluiting nodig. Het voordeel is dat grof vuil niet in de zwembadpomp komt, maar het mandje kan ook makkelijk kapot gezogen worden door een onderdruk. Leeg deze dus meermaals tijdens een schoonmaakbeurt.

Als je kiest voor een mechanische niveauregelaar, dan kan je deze koppelen aan de skimmer. Dat is makkelijker dan een aparte verticale buis naast het zwembad (aangesloten op een wandaanzuiging). In de aparte bak zit een vlotter en koppeling met een wateraansluiting. Wanneer de vlotter onder een niveau komt zal deze de leiding openen. Denk aan een stortbak bij een toilet.

Voorzie wel altijd een bijpassende unit. Als deze namelijk afwijkt kan het gewenste waterniveau wel eens afwijken en dan is de skimmer te vol of juist niet vol genoeg. Gebruik dan ook een natuurlijke overstort naar een riolering.

De skimmer plaatsen en aansluiten #

Positionering

Traditioneel zitten de skimmers aan de korte zijde. Toch kan het interessant zijn om te overwegen ze op de lange zijde te plaatsen!

Aan de korte zijde dienen de inspuiters een grote afstand te overbruggen om een juiste circulatie te verkrijgen. Plaatsing achter een rolluik is niet ideaal. Ook niet tegenover het rolluik omdat de inspuiters dan verstopt zitten. Uiteraard kan dit wel als je dat per se wil, tenzij je met een waterterras werkt. Dan blijven lamellen altijd aanwezig voor de inspuiters.

Plaats je de skimmers op de lange zijde dan hebben de inspuiters een kortere afstand te overbruggen. Ook bij solarlamellen is dit essentieel voor een optimale waterverplaatsing over de gehele oppervlakte van het zwembad. De verdeling van de skimmers over de lengte is niet heel moeilijk. Plaat je ze bijvoorbeeld op 1/4 en 3/4 van elkaar, dan weet je zeker dat je goed zit.

Vaak wordt bij het plaatsen van skimmers rekening gehouden met de windrichting. Deze factor is uiteraard van belang, maar veel belangrijker is om de afstand van de skimmer naar de filterinstallatie zo kort mogelijk te houden. Dit gaat dus boven de windrichting uit. De pomp heeft vaak moeite om het water aan te zuigen en de lucht uit de leidingen te halen. Als deze afstand te groot is, kan het zijn dat de pomp hiertoe niet in staat is.

Inbouwen in de muur

Elke skimmer heeft een inbouwtekening meegeleverd. Je zal zien dat de skimmer hoog in de muur wordt geplaatst en dat er bv 2 cm. cement op wordt aangebracht. Hier kan dan de randtegel worden geplaatst. Als je de skimmer helemaal bovenaan zet kan de over-de-rand-neus van de randtegel in de weg komen te zitten met de flens van de skimmer.

Sommige skimmers hebben een extra versteviging aan de bovenzijde. Dat zie je bij een skimmer van 60 of 80 cm breed. Dat kan een metalen staaf zijn of een klein ijzeren net voor extra versteviging in het cement. Bij skimmers van 80 cm breed komt een randsteen vaak geheel op de skimmerrand te rusten en dat kan teveel worden. Hou je dan ook aan de aangewezen adviezen.

Zorg dat de skimmer voldoende body in de muur heeft. Wanden van 20 cm zijn stevig en bieden genoeg houvast. Is dit niet stevig, dan kan een skimmer verzakken of afbreken. Herstellen bij een gereed zwembad is erg omslachtig en tijdrovend.

Aansluiten op een pvc leiding

De aansluiting voor de leidingen zit aan de onderzijde en kan bestaan uit een schroefdraad of lijmverbinding. Doorgaans wordt er geen terugslagklep gemonteerd of driedelige koppeling, maar wordt de verbinding met de pomp rechtstreeks gemaakt. De voorkeur heeft het gebruik van een puntstuk met schroefdraad en lijmverbinding. Zo kan je altijd de buis later loskoppelen door de schroefdraad te gebruiken.

Aan de zijkant zitten meestal aansluitingen voor een mechanische niveauregelaar en overstort. De overstort kan je voorzien door een pvc buis met natuurlijk verloop naar een rioleringaansluiting te voorzien. Bij veel regenval of een defecte niveauregelaar zal je bad niet overstromen.

Inlaatfittingen en aanzuigpunten #

De inlaatfittingen, ook wel inspuiters genoemd, brengen het water terug van de filterinstallatie. Het water is dus (indien van toepassing) gedesinfecteerd, gefilterd en verwarmd.

Onderdelen inspuiters #

Wanddoorvoer
Dit is de buis die je in de wand monteert. Aan de binnenzijde zit schroefdraad waar je de inspuiter indraait. Doe dit bij voorkeur met teflontape. Verlijming kan ook, maar een lekkage is dan in de toekomst een stuk lastiger te verhelpen zonder hak en breekwerk. Het is absoluut noodzakelijk dat de afdichting zorgvuldig wordt gedaan. Vaak zit er een keerring aan de buitenzijde om de doorvoer. Dit is een extra afsluiting voor betonbaden, maar niet van toepassing voor folie. De achterzijde heeft vrijwel altijd een inwendige diameter van 50 mm waarop je de retourleiding kan lijmen.

Nozzle/inlaatfitting
Dit gedeelte bestaat uit een aantal ringen en pakkingen. Eén gedeelte draai je in de wanddoorvoer. Dit is voldoende voor de ruwbouw. Na het aanbrengen van de folie dekje het geheel af met de pakkingen en de flens/schroeven. De meeste inspuiters zijn voorzien van een richtbare nozzle. Hiermee wordt bepaald of de circulatie naar beneden of naar boven gericht wordt. Vaak is 50/50 een goede optie. Te weinig circulatie onderin het bad is ongunstig; hier treedt vaak voor het eerst algengroei op.

Aantal en positie
Een inspuiter heeft een theoretische capaciteit van 5-6 m3/h. In de regel plaats je voor elke geplaatste skimmers 2 inspuiters. Soms kiest men een oneven aantal om het leidingwerk eenvoudiger te maken.

De inspuiters worden standaard tegenover de skimmers geplaatst in verband met de stroming. Een verdeling komt niet heel nauwkeurig en is afhankelijk van de afstand en het aantal doorvoeren. Op een bouwtekening staat de verdeling vaak wel aangegeven.

De inbouwhoogte is ook niet heel lastig te bepalen. Het advies is om op een diepte van 50 cm de inspuiters te monteren, gemeten vanaf de oppervlakte. Beter is het gewoon te plaatsen in de voeg van een betonblok als dat zo uitkomt. In de praktijk maakt een 10 of 20 cm namelijk niet veel uit. Wel zo eenvoudig.

Stofzuigeraansluiting en wandaanzuiging #

Hoewel de skimmers het meeste water naar de filterinstallatie verplaatsen zijn er nog 2 aanzuigpunten voorzien, elk met een eigen functie.

Je kan ervoor kiezen om een stofzuigerpunt in het zwembad aan te brengen. Hierop wordt een zuigslang aangesloten, waardoor de zuigmond met behulp van een telescoopstang over de bodem kan bewegen.

Het nadeel van een dergelijke aanzuiging is dat het grove vuil direct naar de voorfilter van de pomp wordt gebracht. Dit mandje is voornamelijk bedoeld als laatste bescherming voor de waaier (schoepen) van de pomp en is niet heel groot.

Bij veel bladvuil zit dit mandje dus al snel vol en zal de pomp moeite hebben het water aan te zuigen. Soms wordt hierdoor de bodem van de voorfilter kapot getrokken. Het mandje van de skimmer is meestal groter en veel gemakkelijker te legen.

Soms is een stofzuigerpunt wel gewenst, bijvoorbeeld bij een hoogwater skimmer (geen vacuümplaat beschikbaar). Plaats deze dan in de buurt van de skimmer(s) ( of dichter bij de pomp indien mogelijk) 15 cm onder het waterniveau. Dit betreft een wanddoorvoer en een flens en pakkingenset voor de afdichting. Een puntstuk erin draaien is niet aan te bevelen. Door het uitstekende deel kan een zwemmer gewond raken. Je kan de slang eenvoudig in het gat steken.

Een alternatief is dus een vacuümplaat; een ronde plaat die van boven in de skimmer gestoken kan worden met een ronde opening voor een zuigslang. Deze moet apart worden besteld bij de skimmer, meestal zijn ze niet universeel.

Lage wandaanzuiging

Een goed alternatief voor een bodemput is de lage wandaanzuiging. Dit aanzuigpunt is geschikt om het water onderin het zwembad te verversen en om het waterpeil te kunnen laten zakken.

Een bodemput is een groter risico. Ten eerste moet je de exacte hoogte van de betonvloer al weten bij het storten van de betonvloer. Daarnaast is het risico op lekkages aanzienlijk. Een kleine verzakking van de vloer kan de leiding al doen scheuren, waarna herstel niet meer mogelijk is.

Het volledig leeg laten van het zwembad is ook niet mogelijk en ook niet wenselijk in verband met de kans op grondwater dat omhoog komt. Mocht er onverhoopt een leiding barsten bij een wandaanzuiging, dan moet u alleen graven naast het zwembad en de leiding repareren.

De montage is veelal gelijk aan een stofzuigeraansluiting. Ook hier is het de bedoeling om de lange wandaanzuiging zo dicht mogelijk bij de filterinstallatie te monteren. De hoogte is 15 cm boven de betonvloer. Wanneer je de doorvoer lager plaatst, ontstaan er moeilijkheden met het afwerken van de zwembadfolie.

Het plaatsen van 2 aanzuigpunten op een afstand van 150 cm uit elkaar maakt het wat veiliger. Theoretisch kan iemand met lange haren in het gat worden gezogen (iets wat bij onveilige openbare zwembaden zeldzaam wel gebeurt). 2 openingen aansluiten op 1 leiding van 50 mm voorkomt dat iemand op 1 plek vast komt te zitten. Je kan ook 1 punt voorzien in het bad en 1 punt in de mogelijke bak van een afdekking.

Watervallen en attracties aansluiten #

Wil je een waterval of iets dergelijks toepassen bij je zwembad? Dan gebruik je het water uit het zwembad voor de circulatie. Je kan dit op meerdere manieren configureren.

Je kan de retourleiding van de zwembadpomp hierop aansluiten. Zeker bij een regelbare pomp kan dit handig zijn. Met een paar kogelkranen bepaal je vervolgens of en wanneer het water via het ornament terug gaat naar het zwembad. Nadeel is dat je de zwembadpomp in gebruik hebt hiervoor. Wellicht wil je in de avond niet filteren, maar wel een fontein laten werken.

Ook kan je een aparte circulatiepomp voorzien. Check dan wel de gewenste capaciteit of koop een variabele hiervoor. Voordeel is dat je autonoom kan kiezen voor aan/uit. Uiteraard is dit wel duurder, ook in gebruik. Gebruik dan een apart aanzuigpunt voor dit circuit. Een bypass op het bestaande systeem gaat wellicht niet werken samen. Dit bepaal je bij de bouw, naderhand gaat dat niet meer lukken.

Onderwaterverlichting #

Verlichting is eigenlijk een ‘must have’ voor een zwembad. Als het donker wordt, nodigt het water niet uit om te gaan zwemmen. Met verlichting krijgt loungen bij het zwembad veel meer cachet. Ook verleng je de tijd om te genieten van het zwembad. Je kan onderwaterverlichting enkel plaatsen bij de bouw van het zwembad.

Zeker als het hoogzomer is, is het heerlijk om ’s avonds nog even te zwemmen.

Voordelen led verlichting

Waar de halogeenlamp lang dienst deed als lichtbron is de zwembadbranche vrijwel geheel overgestapt op led verlichting. De meeste halogeenlampen zijn ook al verboden en zullen al snel niet meer verkocht mogen worden.

Voordelen van led lampen zijn uiteraard de levensduur en zuinige karakter. Waar de halogeenlampen meestal 300 watt waren (bij uitzondering 120 watt) zijn de led lampen verkrijgbaar tussen de 15 en 50 watt. Dit bespaart bij 4 branduren en 2 lampen al gauw 2 kW op een avond.

Zwembadverlichting bestaat uit de volgende componenten:

  • inbouwarmatuur voor in de wand (soms een wanddoorvoer)
  • lichtbron (led lamp)
  • transformator of VSA
  • bekabeling

Het inbouwen van de armatuur is niet veel anders dan een skimmer of doorvoer. Ook hier kan je bij het metselen alle pakkingen en flenzen weglaten. De binnenzijde komt gelijk met de binnenzijde van de wand.

Inbouwpositie, aantallen en diepte #

Op een bouwtekening zie je (als het goed is) de juiste positie van de lichtbronnen. Ook als je deze niet hebt is het niet moeilijk deze te bepalen, maar er wordt al snel een denkfout gemaakt.

Als je een zwembad hebt van 800 cm en 2 lampen wilt toepassen wordt al gauw de keuze gemaakt om de lampen op 1/3 en 2/3 van de lengte te plaatsen. Je krijgt dan echter een overlap in het midden. Kies dan ook voor een positie op 1/4 en 3/4 van de lengte. Oftewel op 2 meter en 6 meter uit 1 hoek berekend. Deel het bad door 2 (2 lampen) en plaats ze dan in het midden van die delen.

Wat betreft de diepte is het net als bij inspuiters niet heel spannend. Als je ze op een diepte van 60 cm (bij een bad van 150 cm diep) plaatst is dit geen probleem met schaduwen. Je kan dan nog eenvoudig een lamp vervangen als het nodig is (zie de tips bij de verschillende soorten behuizingen).

Hoewel de led lampen een stuk minder verblindend zijn dan de oude halogeen lampen kan je ze het beste van het terras of huis afschijnen. Dan heb je er het minste last van.

Hoeveel lampen heb je nodig? Dat hangt af van het formaat van het zwembad en het type lamp. Je kan dit het beste overleggen met de leverancier van de materialen, aangezien deze partij de ins- en outs van de betreffende lichtbron het beste kent. Ook hangt het af van welke led soort je gebruikt.

Verschillen in led lampen en inbouwnissen #

Laten we allereerst verschillende soorten lichtbronnen op een rijtje zetten.

Wit licht / Coolwhite

De standaard led lamp voor een zwembad wordt uitgevoerd in behoorlijk wit licht. Zonlicht heeft een breed spectrum in de zogenaamde kleurtemperatuur (Kelvin) en de Coolwhite heeft een kleurtemperatuur van 6.500 Kelvin. De halogeenlampen hadden een kleurtemperatuur van 3.000 Kelvin, een stuk warmer dus (hoe hoger de kleurtemperatuur hoe witter het licht).

Toch is dit de meest gekozen lichtbron, ook omdat deze lamp de meeste opbrengst heeft. De lampen geven al snel 1.500 lumen (eenheid van licht), factor 3 van een kleuren lamp. De meeste soorten hebben 1 stand, maar soms vind je een type met meerdere standen om de hoeveelheid licht te dimmen.

Je kan de lamp aansturen met de transformator (bespreken we nog) of bijvoorbeeld een stukje domotica, afstandbediening of via de smartfoon. Opties zijn er te over, bespreek dit met je leverancier.

Je kan ook voor een warmere variant kiezen, de zogenaamde Warmwhite versie, al is deze veel minder gangbaar. De werking is verder gelijk aan de standaard uitvoering.

Wil je iets aparts? Dan is er nog de blauwe variant, maar deze komt betrekkelijk weinig voor bij privé zwembaden. Je ziet ze wel als architectonische verlichting bij gebouwen of hotelzwembaden.

Kleuren of rgb verlichting

Wil je kunnen kiezen qua verlichting? Dan is een kleurenlamp een goede keus. Met deze led lamp kan je in vaste stappen kleuren wisselen of (bij de duurdere varianten) zelf programmeren. Of je dit in de praktijk gebruikt is de vraag, maar de opties zijn er.

De kleuren uitvoering heeft wel een nadeel. De lichtopbrengst is stukken lager dan bij de witte uitvoering. Je zal dus met minder licht genoegen moeten nemen, of meer units plaatsen, wat het natuurlijk een stuk duurder maakt. Of je koopt een sterkere lichtbron, maar ook die zijn weer prijzig.

Een ander nadeel is dat de optie tot wit licht niet heel mooi is. Hoewel je in theorie met de R00d-Groen-Blauwe leds op vol vermogen wit licht creëert, is deze niet zo mooi als een echt witte lamp. Ook nu verkrijg je minder vermogen. Wil je alle opties kunnen gebruiken, dan zijn er ook modellen met zowel een rgb als wit licht functie, maar deze zijn wel een stuk duurder.

De verschillende inbouwnissen #

Bij de keuze voor de zwembadverlichting ontkom je er niet aan om je te verdiepen in de verschillende mogelijkheden van inbouwen. Elk type heeft een paar voor- en nadelen en het is belangrijk een goede afweging te maken.

Standaard inbouwnis

De meeste led lampen worden geplaatst in een wanddoorvoer zoals we die ook kennen van de reeds besproken inspuiters en wandaanzuiging. Sommige merken hebben hier een variant op gemaakt met eigen specifieke bevestigingsmogelijkheden.

Grootste nadeel is dat de kabel van de lamp meestal niet in de wanddoorvoer of nis geplaatst kan worden. Wanneer een led lamp stuk gaat (gelukkig niet veel voorkomend) zal je deze willen vervangen. Je zal dan de kabel moeten losmaken om de led unit te vervangen. Het aansluitpunt van deze kabel is dan ook buiten het zwembad, bijvoorbeeld onder een terrastegel. Je maakt een verticale pvc buis op de wanddoorvoer vast en hier staat ook zwembadwater in.

Dit aansluitpunt dient altijd toegankelijk te zijn en dus heb je een losse terrastegel of een bodemput in het terras met een toegangspunt.

PAR56 inbouwnis

Een andere oplossing vinden we in een ouderwetse variant. Tientallen jaren werd de verlichting uitgevoerd in een PAR56 halogeen lamp. Het grote voordeel is dat extra kabel opgerold kan blijven in de nis. De halogeen lampen gingen snel stuk en dus moest het vervangen eenvoudiger zijn.

Tegenwoordig kan je vrijwel alle led lampen in een PAR56 variant kopen. Deze worden dan geplaatst in een ‘ouderwetse’ inbouwnis (soms moet je eerst de halogeen lamp verwijderen) en vervolgens weer teruggeplaatst. Het resultaat is een moderne en energiezuinige zwembadlamp met het ideale inbouwhuis.

Een ander voordeel is dat, wanneer je bent uitgekeken op een type lamp, alternatieven heel eenvoudig te plaatsen zijn. Aangezien het een universele maat is heb je geen gevaar van fabrikanten die met de productie stoppen en geen onderdelen en service meer kunnen verlenen (helaas regelmatig voorgekomen, zelfs bij gerenommeerde merken). Met een PAR56 lamp ben je verzekerd van voldoende aanbod en mogelijkheden.

Stroomvoorziening en bekabeling #

Veiligheidstrafo

Sluit de zwembadverlichting altijd aan op een betrouwbare voedingsbron. Een een veiligheidstransformator heeft meestal gescheiden primaire en secundaire wikkelingen. De primaire wikkeling is verbonden met het hoogspanningsnet en de secundaire wikkeling levert een lagere spanning voor gebruik in het laagspanningscircuit. Deze gescheiden wikkelingen zorgen voor elektrische isolatie tussen het hoogspannings- en het laagspanningscircuit, wat bijdraagt aan de veiligheid van de transformator.

Andere transformatoren zijn beslist goedkoper, maar absoluut niet betrouwbaar genoeg. De levensduur is lang. Tegenwoordig zijn er veel domotica oplossingen en is de voeding geïntegreerd.

12 – 14 volt
Op de secundaire uitgang van de trafo (12-14 volt) zit geen aarding meer. Bij een lange afstand van trafo tot lamp kunnen sommige trafo’s op 13 of 14 volt aangesloten worden om het spanningsverlies op te vangen. Zo voorkom je dat de lampen minder fel branden. Een te hoge spanning verkort echter de levensduur van de lichtbron aanzienlijk. Daarom raden wij een meting van 12 volt op het uiteinde van het zwembad aan.

Soort kabel en dikte
Zorg er bij de planning van de leidingen voor dat ook de bekabeling van en naar het zwembad wordt aangelegd. Neem voor de zekerheid altijd een grondkabel met een extra afscherming zoals een YMVK-kabel.

Deze YMVK-kabel kan in de grond worden gelegd. YMVK staat voor ‘bedrading met geïsoleerde massieve koperkernen’ en is een soort elektrische kabel die geschikt is voor het transport van elektriciteit in een laagspanningscircuit. Deze kabels zijn geschikt voor gebruik in de grond omdat ze zijn uitgerust met een waterdichte isolatie die beschermt tegen corrosie en oxidatie. Het is ook belangrijk om rekening te houden met de specifieke plaatselijke regelgeving en de aanbevelingen van de kabelproducent, bijvoorbeeld met betrekking tot de diepte waarop de kabel in de grond moet worden gelegd.

Waar we vroeger een dikke kabel nodig hadden in verband met de hoge stroomsterkte zijn de huidige led lampen geen grote stroomtrekkers. Je kan dan ook prima met een dikte werken van 2x 1,5 mm2.

Elke lamp heeft een aparte kabel nodig. De lichtere trafo’s hebben meestal 1 uitgang, maar je kan deze eenvoudig opsplitsen bij de bron. De lampen in serie zetten, is dus niet mogelijk. Ook kan je bijvoorbeeld een 4-aderige kabel splitsen in 2x fase en ‘nul’, waar bij het zwembad de kabel gescheiden naar de lamp gaat. Een lasdoos met een goede harsbescherming is zeker aan te raden voor in de grond.

Aanvullende informatie inbouwdelen #

Kunststof of metalen inbouwdelen?

De meeste besproken onderdelen hierboven worden uitgevoerd in kunststof, meestal ABS.

ABS (Acrylonitril-Butadieen-Styreen) is een veelgebruikt thermoplastisch kunststof met de volgende voordelen:

  1. Sterkte en stijfheid: ABS is een sterk en stijf materiaal, waardoor het geschikt is voor gebruik in tal van producten, waaronder speelgoed, elektronica en auto-onderdelen en dus ook zwembadonderdelen.
  2. Chemicaliënbestendigheid: ABS is weerstandig tegen veel chemicaliën, waardoor het geschikt is voor gebruik in producten die blootgesteld worden aan chemicaliën.
  3. Impactbestendigheid: ABS is bestand tegen schokken en klappen, wat het geschikt maakt voor producten die blootgesteld worden aan fysieke belastingen.
  4. Licht van gewicht: ABS is een relatief licht materiaal, wat het geschikt maakt voor producten die zwaar zijn en moeilijk te vervoeren, zoals fietsonderdelen en andere sportartikelen.

Wil je een luxere uitstraling of een hogere kwaliteit inbouwdeel? Dan kan je kiezen voor rvs of bronzen delen.

Deze metalen zijn uiteraard een stuk duurder. Wil je enkel een luxere uitstraling? Dan zijn er ook inbouwdelen van kunststof/ABS met een rvs afwerking aan de zichtzijde. Uiteraard mis je dan de volledige kwaliteit van een geheel metalen inbouwdeel.

Let bij de aanschaf van zoutelektrolyse of hydrolyse extra goed op met deze inbouwdelen. Zout en metaal gaat niet altijd goed samen, dus volg de aanwijzingen van de leverancier goed op.

Inboren of inmetselen?

Het meest eenvoudige is om de inbouwdelen direct bij het metselen op de juiste positie te plaatsen.

Soms geeft men echter de voorkeur om naderhand de onderdelen te plaatsen in dan nog te maken gaten. Hou er dan wel rekening mee dat de PAR56 inbouwarmaturen behoorlijk groot zijn. Een standaard wanddoorvoer is echter 10 cm.

Niveauregelaar voor een zwembad #

Hoewel het niet echt een inbouwdeel betreft bespreken we op deze plek ook de mogelijkheden voor het automatisch bijvullen van het zwembad. In een zwembad verdampt er meestal wel water en neem je als zwemmer ook zwemwater mee uit het bad. Als het waterniveau te laag komt gaat de zwembadpomp lucht aanzuigen in de skimmer en zal de filtratie stilvallen.

Je kan het bijvullen van een zwembad op de volgende manieren toepassen:

Bijvullen met een tuinslang

Eenvoudig, goedkoop en doeltreffend, maar soms arbeidsintensief. Je kan vergeten dat de kraan loopt en zo stroomt je bad wellicht een keer over.

Een vaste aansluiting van de waterleiding op de filterinstallatie met een open/dicht kraan

Makkelijker dan met een tuinslang werk je met een open/dicht- kraan die je op de leiding van de filterinstallatie plaatst. Bij het openen van de kraan stroomt er leidingwater via de filter naar het zwembad.

Net als bij de onderstaande mogelijkheden heb je wel een overweging te maken. Volgens de wetgever mag je namelijk geen gesloten circuit van bijvoorbeeld een filterinstallatie verbinden met een drinkwaterleiding. Er bestaat namelijk een kans dat niet-drinkwater in de leiding wordt gepompt en dat is uiteraard een zeer kwalijke zaak. Wellicht dat een terugslagklep dit voorkomt, maar de regelgeving is hierin wel duidelijk.

Openbare zwembaden werken bijvoorbeeld met een breektank. Hierin wordt leidingwater in een vat gepompt en vandaar uit weer doorgestuurd naar het zwembad. Terugloop naar de waterleiding is zo onmogelijk.

Een mechanische niveauregelaar bij het zwembad

Een goedkope manier om je zwembad automatisch te vullen is met een mechanische vuller. In deze opzet plaats je een bak (gelijk aan de skimmer) naast het zwembad en zit hier een vlotter in die bij een te lage stand water bijvult. Je kan dit vergelijken met de stortbak van een toilet.

Plaatsing kan vaak op de skimmer, of middels een aparte standbuis die verbonden is met een wanddoorvoer. Let er wel op dat niet elke niveauregelaar zomaar op een willekeurige skimmer gezet kan worden. Sommige skimmers hebben een redelijk nauwkeurig waterpeil en de niveauregelaar is niet altijd voldoende instelbaar.

Je sluit eenvoudig een waterleiding aan met bijvoorbeeld een tyleenslang. Dit is duurzaam en eenvoudig uit te voeren.

Een elektrische niveauregelaar met sensor en schakelkast

Meest kostbaar, maar wel mooiste oplossing is een elektronische schakelkast. De opzet is driedelig.

Een sensor bij het zwembad meet het waterpeil en geeft een signaal door aan de schakelkast bij de filterinstallatie. Deze sensor kan een vlotter zijn of bijvoorbeeld een capacitieve voeler. De sensor kan in een skimmer worden geplaatst of, wederom, in een aparte buis naast het zwembad. Met een sensor in de skimmer heb je gevaar dat je met het verwisselen van bijvoorbeeld het skimmermandje de sensor beschadigt of verplaatst.

De schakelkast krijgt het signaal binnen van de sensor. Zorg er dus ook bij de aanleg voor dat je een signaalkabel plant, zodat deze niet later alsnog ingegraven dient te worden. De schakelkast opent vervolgens de klep op de waterleiding indien er bijvulling nodig is. Meestal zit er een vertraging op, zodat golfslag door spelende kinderen geen effect heeft.

Ook hier heb je weer het feit dat de montage van de kraan feitelijk niet volgens de regelgeving is. Derhalve zijn deze producten wel gewoon te koop.

Overloop systeem op een skimmer #

Wanneer je een niveauregelaar plaatst op je zwembad, dan doe je er wellicht goed aan om ook een zogenaamde overstort te maken. Dit is een aansluiting van de riolering op de bovenzijde van de skimmer. Hierdoor kan overtollig regenwater of een defecte niveauregelaar geen kwaad. Zeker met een lamellenafdekking heb je kans dat de lamellen klem komen te zitten onder de randtegel of de rvs draagbalk (afhankelijk van het systeem).

De aansluiting dient te gebeuren met een siphon om stankoverlast te voorkomen. Ook zal er een rioolbuis onder natuurlijk afschot benaderbaar moeten zijn. Een aparte put ergens naast het zwembad om het water naar toe te leiden is niet aan te raden.